Leerproblemen en -stoornissen
Kinderen ondervinden soms moeilijkheden om de aangeboden leerstof te verwerken. Bij leerproblemen kunnen we hier snel verandering in brengen door ergotherapeutische therapie. Leerproblemen houdt in dat het kind moeilijkheden ondervindt met schoolse vaardigheden zoals rekenen, schrijven.
Hebben de kinderen echter een grote achterstand opgelopen en blijven de problemen hardnekkig aanwezig, dan is er sprake van een leerstoornis. In het kader van leerstoornissen spreken we van:
Een rekenstoornis (dyscalculie): moeilijkheden met de rekenvaardigheden.
Bij een kind met dyscalculie is er een ernstig gestoord verloop van het (leren) rekenen en op gebied van ruimtelijk inzicht. Ondanks een goede intelligentie slaagt het kind er niet in inzichten, rekenvaardigheden, oplossingsstrategieën, … te verwerven. Daardoor wordt het verwachte niveau niet gehaald.
Het elementair getalbegrip is een voorwaarde voor het leren rekenen. Dit ontstaat al vanaf de geboorte en groeit tijdens de eerste 4 jaar van de basisschool uit. Als je getalbegrip hebt, kan je foutloos tellen en weet je dat bij het bepalen van het aantal de volgorde geen belang heeft.
Problemen met het auditief geheugen, de telvaardigheden (tellen tot 10), visuele getal herkenning, benoemen van hoeveelheden, cijfers, symbolen en de visuele discriminatie zijn mogelijke indicatoren voor latere problemen. Bepaalde kinderen met dyscalculie hadden op kleuterleeftijd problemen met het werken van links naar rechts. Kinderen met dyscalculie hebben ook vaak moeite met klokkijken.
Een schrijfstoornis (dysgrafie): problemen met het motorisch handschrift
Wanneer een kind moeilijkheden heeft om te schrijven, zonder dat er sprake is van een cognitieve stoornis, spreken we van dysgrafie. Bij een kind met dysgrafie is het handschrift onleesbaar of slecht leesbaar. Vaak schrijft het kind in een langzaam tempo. Er zijn dan problemen op vlak van grove en fijne motoriek (zoals harde potlooddruk, verkeerde pengreep, verkeerde schrijfhouding) maar ook op vlak van visueel-ruimtelijke oriëntatie (zoals de letters te dicht bij elkaar schrijven, verschillende lettergrootte, de letters zweven). Deze kinderen hebben vaak last van schrijfkramp.
Door therapie verbetert de schrijfhouding, het schrijfproces en de pengreep.
Een schrijfstoornis (dysorthografie): de woorden worden verkeerd geschreven.
Wanneer de spelling van een kind beduidend onder het verwachte niveau ligt gebaseerd op leeftijd, intelligentie en het reeds gevolgde onderwijs, is er sprake van dysorthografie. Dysorthografie is nauw verwant met dyslexie. Beide stoornissen komen vaak samen voor. Ook dit kind ondervindt moeilijkheden op niveau van richtingsonderscheid (visueel ruimtelijk probleem), vormonderscheid (visuele perceptie), klankonderscheid (klankperceptie).
Een bijkomend probleem bij dysorthografie kan een gestoord handschrift zijn. De woorden zijn moeilijk leesbaar, er wordt niet op de lijnen geschreven, verkeerde letterverbindingen, verkeerd vormen van de letters, …
Een leesstoornis (dyslexie): moeilijkheden met het verwerven van geschreven taal (lezen en schrijven)
Wanneer het lezen van een kind beduidend onder het verwachte niveau ligt gebaseerd op leeftijd, intelligentie en het reeds gevolgde onderwijs, is er sprake van dyslexie. Al in de kleuterklas vindt de voorbereiding op het lezen plaats. De kinderen leren spelenderwijs klanken en hun vormen kennen. Het kind kan hier al moeilijkheden mee hebben op niveau van richtingsonderscheid (visueel ruimtelijk probleem), vormonderscheid (visuele perceptie), klankonderscheid (klankperceptie). Wanneer kleuters hiermee moeilijkheden hebben, kan dit een indicator zijn voor latere leesproblemen. Bij kinderen in het lager onderwijs zien we ook dat ze moeilijkheden hebben met het spiegelschrift, omkeringen, rotaties, verwisselingen.